-
1 voor
voor1I 〈 het〉♦voorbeelden:II 〈de〉♦voorbeelden:————————voor2〈 bijwoord〉1 [aan de voorzijde] devant2 [m.b.t. een volgorde] avant3 [m.b.t. een gezindheid] pour4 [meer dan] de plus♦voorbeelden:de auto staat voor • 〈 geparkeerd〉 l'auto se trouve devant la porte; 〈 is voorgereden〉 la voiture est avancéehij is voor in de dertig • il a dépassé de peu la trentaine2 het is meneer voor en meneer na • c'est monsieur par-ci, monsieur par-làsoep voor eten • manger le potage en entréezijn boot was voor • son bateau avait de l'avancezij zijn ons voor geweest • ils nous ont devancésargumenten voor en tegen • arguments pour et contre————————voor3〈 voorzetsel〉1 [algemeen] pour2 [niet achter; in tegenwoordigheid van] devant3 [vroeger dan; ook m.b.t. een volg-, rangorde] avant♦voorbeelden:voor zijn moeite • pour sa peinehij is voor een paar dagen naar zijn ouders • il est parti pour quelques jours chez ses parentsvoor september is het veel te koud • il fait beaucoup trop froid pour un mois de septembredat is goed voor de koorts • c'est bon contre la fièvreik ben voor X • je suis pour Xik zal voor mijn zoon betalen • je vais payer pour mon filsiemand voor zijn gedrag prijzen • féliciter qn. pour sa conduitevoor de minister stemmen • voter en faveur du ministrevoor een wet stemmen • voter une loihet brood voor zijn gezin verdienen • gagner le pain de sa familledat is net iets voor hem • 〈 passend voor hem〉 c'est tout à fait ce qu'il lui faut; 〈 typisch voor hem〉 c'est bien luidat is niets voor mij • cela ne m'intéresse pasik zeg u eens en voor altijd • je vous le dis une fois pour touteswaar doet hij het voor? • qu'est-ce que ça lui apporte?wat is dat voor een ding? • qu'est-ce que c'est que ce truc-là?voor een vergadering spreken • s'adresser à une assembléevoor zeven uur • avant sept heureskapitein komt voor majoor • capitaine vient avant commandanttien voor zeven • sept heures moins dixik voor mij • quant à moi————————voor4〈 voegwoord〉♦voorbeelden:voor hij het wist was hij al weer buiten • avant même d'avoir réalisé ce qui s'était passé, il se retrouva dehorsvertel het voor hij het van iemand anders hoort • dis-le avant qu'il (ne) l'apprenne de qn. d'autrevoor ik vertrok, heb ik alles opgeruimd • j'ai tout rangé avant de partir -
2 ervoor
1 [voor het genoemde, bedoelde] devant2 [m.b.t. tijd] avant3 [m.b.t. bestemming, oorzaak] pour4 [ten voordele, behoeve van] pour5 [pro] pour♦voorbeelden:2 dat was ervoor, niet erna • c'était avant, pas aprèsik zal je ervoor betalen • je te paierai (pour cela)dat dient ervoor om … • 〈+ onbepaalde wijs〉 cela sert à …hij streed ervoor om hun lot te verbeteren • il a lutté pour améliorer leur sort¶ wat krijg ik ervoor? • qu'est-ce que je reçois en échange? -
3 maken
1 [algemeen] faire3 [scheppen] créer4 [in een toestand, positie brengen] rendre5 [uitvoeren, doen plaats hebben] effectuer7 [bedragen] équivaloir à8 [repareren] réparer♦voorbeelden:1 dat kun je niet maken! • tu ne peux pas faire ça!het (helemaal) maken • avoir un succès monstrekleren maken • confectionner des vêtementsgeen tijd? dan maak je maar tijd! • pas le temps? arrange-toi pour en trouver!4 iemand voorzitter maken • nommer qn. présidentzich belachelijk maken • se rendre ridiculeiemand dood maken • tuer qn.het erger maken dan het is • grossir les choseszich gehaat maken • se faire haïrmaak het kort • soyez brefiets waar maken • prouver qc.wakker maken • réveiller〈 figuurlijk〉 iemand zwart maken • noircir qn.hij zal het niet lang meer maken • il n'en a plus pour longtempsmaak dat je weg komt! • débarrasse le plancher!gebruik maken van • utiliserzijn opwachting maken • se présenterruzie maken • se disputerje hebt daar niets te maken • tu n'as rien à y fairehij kan mij niets maken • il ne peut rien contre moije hebt het ernaar gemaakt • tu l'as bien méritéhet schip maakt water • le navire fait eaude patiënt maakt het slecht • le malade se porte malik heb daar niets mee te maken • je n'y suis pour rienwat heb ik daarmee te maken? • qu'est-ce que vous voulez que ça me fasse?met iemand te maken hebben • avoir affaire à qn.iets te maken hebben met een zaak • être pour qc. dans une affaireje hebt er niets mee te maken • cela ne te regarde paswat heeft u daarmee te maken? • qu'est-ce que ça peut bien vous faire?dat heeft niets te maken (met) • cela n'a rien à voir (avec)ik weet het goed gemaakt • j'ai une bonne idéehet helemaal bij iemand maken • taper dans l'oeil à qn.hoe maakt u het? • comment allez-vous?maak het nou (een beetje)! • non, mais des fois! -
4 buiten
buiten1〈 bijwoord〉1 dehors♦voorbeelden:de kinderen spelen buiten • les enfants jouent dehorsde voeten naar buiten zetten • tourner les pieds en dehorsnaar buiten gaan • sortirzich (aan iets) te buiten gaan • abuser de qc.van buiten • vu(e) de l'extérieureen stad van buiten kennen • connaître une ville comme sa pochevan buiten komen • venir de l'extérieuriets van buiten kennen • connaître qc. par coeureen buiten • une maison de campagne————————buiten2〈 voorzetsel〉2 [niet betrokken bij] en dehors de3 [behalve] excepté4 [zonder] hors de♦voorbeelden:buiten de deur • à l'extérieur〈 figuurlijk〉 iets buiten de deur houden • tenir qc. à distancezich buiten schot houden • se tenir à l'abrihij was buiten zichzelf van angst • il était hors de lui de peuriemand ergens buiten houden • ne pas impliquer qn. dans une affairezich ergens buiten houden • se tenir à l'écart de qc.3 buiten zijn oude vader had hij niemand lief • excepté son vieux père, il n'aimait personne't is buiten mijn medeweten, buiten mij om gebeurd • c'est arrivé à mon insudat is buiten zijn schuld • il n'y est pour rienhij kon niet buiten mij • il ne pouvait pas se passer de moihij heeft de zaak buiten mij om beslist • il a réglé l'affaire sans me consulter→ link=adem adem -
5 pro
-
6 daar ben ik vreemd aan
daar ben ik vreemd aan -
7 debet
♦voorbeelden: -
8 ik ben er niet debet aan
ik ben er niet debet aan -
9 ik ben er plat voor
ik ben er plat voorje suis pour à 100 % -
10 ik ben ervoor
ik ben ervoor -
11 ik ben pro
ik ben pro -
12 ik ben voor X
ik ben voor X -
13 ik ben voor niemand te spreken
ik ben voor niemand te spreken -
14 ik heb daar niets mee te maken
ik heb daar niets mee te maken -
15 ik sta geheel buiten de zaak
ik sta geheel buiten de zaak -
16 plat
plat1〈 het〉♦voorbeelden:————————plat2♦voorbeelden:een korte platte neus • un nez épatéeen plat vlak • une surface planeplat op de buik • à plat ventre〈 figuurlijk〉 iemand plat krijgen • arriver à retourner qn.de patiënt moet twee weken plat • le malade doit garder le lit pendant deux semainesplat op de grond vallen • s'aplatir de tout son longplatte taal • un langage vulgairezich plat uitdrukken • s'exprimer grossièrement7 ik ben er plat voor • je suis pour à 100 % -
17 spreken
1 [algemeen] parler2 [+ uit][blijken] se manifester♦voorbeelden:deze cijfers spreken (voor zich) • ces chiffres sont éloquentseen vreemde taal spreken • parler une langue étrangèreeen paar sprekende voorbeelden • quelques exemples frappantsalleen de feiten laten spreken • se baser uniquement sur les faitshet spreken viel hem moeilijk • il lui était difficile de parlerje spreekt nu heel anders • ce n'est pas ce que tu disais (avant)spreek mij er niet van • ne m'en parle(z) pasjij hebt goed spreken • c'est facile à diregunstig over iemand spreken • dire du bien de qn.luid spreken • parler hautiemand te na spreken • dire du mal de qn.het spreekt vanzelf • cela va de soihet spreekt vanzelf dat … • il est évident que … 〈+ aantonende wijs〉vloeiend Frans spreken • parler couramment le françaiszachtjes spreken • parler basmet iemand spreken • parler avec qn.〈 telefoon〉 met wie spreek ik? • qui est à l'appareil?er valt met hem niet te spreken • il est impossible de discuter avec luimet een Engels accent spreken • parler avec un accent anglaisnamens iemand spreken • parler au nom de qn.om met mevrouw C. te spreken • comme l'a dit madame C.over iemand, iets spreken • parler de qn., qc.ik ben voor niemand te spreken • je n'y suis pour personneniet tegen elkaar spreken • ne pas se parlerspreken tot iemand • parler à qn.tot de verbeelding spreken • parler à l'imaginationvan zichzelf doen spreken • faire parler de soiom niet te spreken van … • sans parler de …spreken voor iets • parler en faveur de qc.voor de radio spreken • parler à la radiodit geval spreekt voor zich • ce cas se passe de commentairehij sprak: ‘laten we gaan’ • il dit: ‘allons-y’in zichzelf spreken • parler tout seuler sprak argwaan uit zijn stem • sa voix dénotait la méfianceslecht te spreken zijn • être de mauvaise humeurniet te spreken zijn over iets • ne pas être content de qc. -
18 vreemd
♦voorbeelden:vreemde landen • pays étrangersvreemde planten • plantes exotiqueszij is hier vreemd • elle n'est pas d'icialle grootspraak is haar vreemd • toute vantardise lui est étrangèredat ziet er vreemd uit • cela a l'air tout à fait bizarrein den vreemde • à l'étrangereen vreemde • un étranger, une étrangèrevreemd doen • se comporter d'une façon étrangezich vreemd kleden • s'habiller d'une drôle de façondat komt mij vreemd voor • cela me paraît étrangevreemd genoeg • curieusementhet vreemde is, dat … • ce qui est curieux c'est que …hij voelt zich hier vreemd • il se sent dépaysé icidaar ben ik vreemd aan • je n'y suis pour rieneen vreemde • un(e) inconnu(e)¶ vreemd tegen iets aankijken • ne pas être habitué à qc.vreemd gaan • donner un coup de canif dans le contratvreemd opkijken (van iets) • ouvrir de grands yeux (à cause de qc.)dat heeft ze van niemand vreemd • elle a de qui tenir -
19 thuis
thuis1〈 het〉♦voorbeelden:mijn thuis • mon chez-moibericht van thuis krijgen • recevoir des nouvelles de chez soivan thuis weggaan • quitter le logis familial————————thuis2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 vanmiddag ben ik thuis • cet après-midi, je suis chez moivoor jou ben ik altijd thuis • pour toi, je suis toujours làdoe maar of je thuis bent • fais comme chez toizich ergens niet thuis voelen • ne pas se sentir à l'aise qp.hij woont nog thuis • il habite encore chez ses parents〈 figuurlijk〉 ergens thuis zijn • se sentir à l'aise qp.wel thuis • bon retour〈 figuurlijk〉 in iets (goed) thuis zijn • s'y connaître en qc. -
20 goed
goed1〈 het〉♦voorbeelden:liggende goederen • biens immeublesroerend en onroerend goed • biens meubles et immeublesik kan daar geen goed meer doen • tout ce que je fais est mal prisgoed doen • faire le bieniemand goed doen • faire du bien à qn.het zal u veel goed doen • cela vous fera grand bieniets goeds • qc. de bonhij lust graag wat goeds • il aime les bonnes choseshoud dat mij ten goede • ne le prenez pas en mauvaise partten goede komen (aan) • profiter (à)verandering ten goede • (une) améliorationzich ten goede keren • tourner bienwe hebben nog een diner te goed • nous avons encore un dîner en perspectiveik heb nog vier vakantiedagen te goed • il me reste encore quatre jours de vacances (à prendre)je houdt het van mij te goed • je te revaudrai çadat hebben we nog te goed • ce n'est que partie remisedat heb je nog van me te goed • je dois encore te rendre cela; 〈 als dreigement〉 tu ne perds rien pour attendre!wollen goed • lainagehij heeft zijn zondagse goed aan • il porte ses habits du dimanche————————goed2♦voorbeelden:een goed jaar geleden • il y a une bonne année (de cela)is dat je goeie pak? • c'est ton beau costume?hij is een goede veertiger • il a la quarantaine bien sonnéeeen goed verliezer • un bon perdantdoe maar goed wat zout in de soep • n'hésite pas à bien saler la soupeik ben het goed zat • j'en ai par-dessus la têteik ben wel goed maar niet gek • je ne suis pas tombé sur la têtehet goed doen • bien marcherhij kan het er goed van doen • il a de quoi, il a les moyensals ik het goed heb • si je ne me trompewij hebben het goed • nous ne manquons de rien〈 ironisch〉 is het nou goed? • ça y est, maintenant?het is mij goed • (je suis) d'accordhet is ook nooit goed! • tu (il) n'es (n'est) jamais contenthij kan geen goed meer doen • on critique tout ce qu'il faitdat komt wel weer goed • ça va s'arrangergoed kunnen leren • apprendre facilementer goed op staan • 〈 letterlijk〉 être bien (sur une photo); 〈 figuurlijk〉 avoir réussi; 〈 ironisch〉 avoir tout gâchéhij heeft goed praten • il a beau direhet eten ruikt goed • le repas sent bondie jas staat je goed • ce manteau te va bienhij was niet zo goed of hij moest betalen • il a bien fallu qu'il paiedat was maar goed ook! • heureusement!zou u zo goed willen zijn … • voudriez-vous avoir la gentillesse de …het zou goed zijn, als je … • il serait bon que tu …net goed! • (c'est) bien fait!ook goed! • d'accord!dat touw is precies goed • c'est exactement la corde qu'il nous, me fautalles goed en wel maar … • c'est bien beau (tout ça), mais …ik was nog maar goed en wel thuis of … • j'étais à peine à la maison que …goed zo! • très bien!zo goed en zo kwaad als het gaat • tant bien que malgoed bij zijn • être éveillézij zijn weer goed met elkaar • ils se sont réconciliésdat is goed om te weten • c'est bon à savoirwaar is dat goed voor? • à quoi ça sert?hij is nergens goed voor • il n'est bon à riengoed voor ƒ 1000,- • bon pour 1000 florinshij is goed voor een paar ton • 〈m.b.t. bezit〉 il a bien quelques briques; 〈m.b.t. verdienen〉 il se fait bien quelques briqueshij is er niet te goed voor • il en est bien capabledat is een goeie! • elle est bien bonne!dat is te veel van het goede • c'est trop, vraimenthet goede doen • faire le bienniet veel goeds • pas grand-chose de bonzich niet goed voelen • ne pas se sentir bienzij is er goed mee • cela l'arrange bienze is onderweg niet goed geworden • elle a eu un malaise en cours de routezo goed als • pratiquementhet boek is zo goed als af • le livre est pratiquement terminé
См. также в других словарях:
Je suis pour — Chanson par Michel Sardou extrait de l’album La Vieille Pays France Durée 3:28 … Wikipédia en Français
pour — [ pur ] prép. et n. m. inv. • por Xe; pro 842; lat. pop. por, class. pro « devant » I ♦ (Marquant l idée d échange, d équivalence, de correspondance, de réciprocité) 1 ♦ En échange de; à la place de. Acheter, acquérir, vendre qqch. pour telle… … Encyclopédie Universelle
POUR — Préposition qui sert à marquer Le motif, ou la cause finale, ou la destination. Dieu donne à l homme pour soutiens l espérance et la résignation. Cet homme fait de l exercice pour sa santé. Il est arrivé du vin pour votre provision. Ces chevaux… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
pour — n.m. Mensonge : C est pas du pour. □ prép. Être pour, être partisan : L éducation sexuelle à l école, je suis pour. / Être pour hommes ou pour femmes, homosexuel. / C est étudié pour, c est fait dans cette intention, pour que ça fonctionne … Dictionnaire du Français argotique et populaire
pour — 1. (pour) prép. 1° Sert à marquer le motif, la destination. Faire de l exercice pour sa santé. • Le soleil, la lune et les astres sont conduits pour l utilité des hommes, et obéissent à Dieu, SACI Bible, Baruch, VI, 59. • ... Vivaient le… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Pour une ethique du futur — Pour une éthique du futur Pour une éthique du futur est un recueil publié dans les années 1990 par Hans Jonas regroupant deux textes de ce dernier, tirés des conférences qu il donnait pour expliquer son ouvrage Le Principe responsabilité. Ces… … Wikipédia en Français
Pour une éthique du futur — est un recueil publié dans les années 1990 par Hans Jonas regroupant deux textes de ce dernier, tirés des conférences qu il donnait pour expliquer son ouvrage Le Principe responsabilité. Ces deux textes sont : Philosophie. Regard en arrière… … Wikipédia en Français
Pour quelques bretzels de plus — Saison 8 Épisode no 11 Titre original The Twisted World of Marge Simpson Titre québécois Pour quelques bretzels de plus Code de production 4F08 … Wikipédia en Français
Pour l’amour d’un garçon — Pour l amour d un garçon … Википедия
Pour l'amour d'un garçon — Обложка альбома «Pour l amour d un garçon» (Элен Ролле, 1992) Студийный альбом Элен Ролле Дата выпуска 1992 Жанр Танцевальный Длительность … Википедия
Pour l\'amour d\'un garçon — Файл:Pour l amour d un garçon.jpg Студийный альбом Элен Ролле Дата выпуска 1992 Жанр Танцевальный Длительность … Википедия